Overslaan naar inhoud

Bijkomende administratie voor ondernemingen die onroerend goed huren

 

Eind december werd een wetsontwerp goedgekeurd waarin een bijkomende informatieverplichting wordt opgelegd aan huurders die de huurprijs van een onroerend goed – al dan niet gedeeltelijk – als een beroepskost in mindering willen brengen van hun inkomsten.

 

Huur onroerend goed als beroepskost

De huurprijs en de huurlasten van een onroerend goed zullen door de wetswijziging niet meer als beroepskost kunnen afgetrokken worden wanneer de huurder nalaat in een bijlage aan zijn belastingaangifte een aantal inlichtingen met betrekking tot het goed en de verhuurder, aan de fiscale administratie over te maken.

Deze verplichting geldt voor alle ondernemingen (eenmanszaken en vennootschappen) en ongeacht of ze in de personenbelasting of in de vennootschapsbelasting worden belast.

Er wordt in de wetgeving geen onderscheid gemaakt tussen gebouwde of ongebouwde onroerende goederen, zodat ook voor de huur van grond deze nieuwe verplichting zal gelden.

O.a. landbouwers die veel percelen grond in pacht hebben, zullen zo bijgevolg een grote administratieve taak bijkrijgen als zij de betaalde pachten in aftrek willen kunnen nemen van hun belastbare inkomsten.

Ook managementvennootschappen die een (deel van de) woning huren als bureaulokaal, zullen de nieuwe bijlage moeten opmaken.

Welke gegevens nodig?

De nieuwe bijlage zal een heleboel informatie moeten bevatten omtrent het gehuurde goed en de verhuurder. Elke huurder die een huuruitgave aftrekt als beroepskost zal immers in de bijlage bij de aangifte in de personenbelasting, vennootschapsbelasting of rechtspersonenbelasting, naargelang het geval, o.a. de volgende informatie moeten vermelden :

  • De identificatiegegevens van de verhuurder (naam, adres, rijksregisternummer, ondernemingsnummer)
  • Het adres van het gehuurd onroerend goed
  • Het bedrag van de huurvergoedingen
  • Het deel dat beroepsmatig werd afgetrokken

Inwerkingtreding

De nieuwe verplichting zou in werking treden vanaf het aanslagjaar 2024. Dat betekent dat de verplichting betrekking zal hebben op de huur die betaald werd vanaf januari 2023.


Wetsvoorstel elektronische facturatie